Weg met de interviewer
2025: ik log in. Een computer stem zegt: ‘Welkom. Fijn dat je tijd hebt voor een gesprek. Ik zal allereerst uitleggen wat de bedoeling is’. Ik luister naar de uitleg. Vervolgens zegt de computerstem: ‘Als je geen vragen meer hebt kunnen we beginnen. Zou je eerst iets over jezelf kunnen vertellen’. Ik begin te vertellen over mijn kinderen, tennislessen, mijn werk. ‘Okay’ zegt de computerstem middenin mijn verhaal, zou je kunnen vertellen over de laatste keer dat je pijn hebt gehad? Ik begin te vertellen…de computer zegt ‘en hoe beleefde je de pijn’…ik praat door over mijn blessure en de pijnstiller die ik daarvoor gebruikt hebt. Ik durf zelfs te vertellen dat ik meer dan de aanbevolen dosering heb gebruikt.
Los gaan
Respondenten zijn vaak heel open tegenover interviewers. Ze vertellen vaak meer aan een anonieme interviewer dan aan hun beste vriend, omdat ze diegene toch nooit meer zien. Lekker los gaan bij een vreemde. De computer zou dit effect nog wel eens kunnen versterken. Heel handig, je krijgt veel informatie en het kost haast niks. Ja de ontwikkeling van het programma kost veel tijd, maar daarna is het een druk op de knop. Of niet?
Om kwalitatieve inzichten te krijgen zonder een respondent te ‘ontmoeten’ hebben we al diverse mogelijkheden. Je komt natuurlijk al een heel eind met textmining, SPSS en facial coding al dan niet gecombineerd. De vraag is gaat dat ver genoeg? Kan MassQal, what ever that may be, inzichten bieden in drijfveren van consumenten. Kan MassQal de vraag achter de vraag stellen? Klinisch psychologen geloven van niet. Zij menen dat oog contact en lichamelijke signalen onontbeerlijk zijn voor het boven tafel krijgen van onderliggende zorgen. Ze moeten dit natuurlijk ook wel vinden, anders is hun bestaansrecht verdwenen. Maar geldt dit ook voor kwalitatief face to face onderzoek? In feite gaat het om dezelfde situatie: een gesprek tussen twee personen met als doel inzicht te krijgen in behoeften en motieven.
Bodylanguage
Wetenschappers zijn er over uit dat bodylanguage een grote bijdrage levert aan het overbrengen van je boodschap. Heel duidelijk is dat bij kinderen te zien die gevraagd worden om hun kamer op te ruimen. Ja zeggen, maar aan heel hun houding zie je dat dat niet gebeurt.
When digital becomes human? Op dit moment zijn computers nog niet in staat tussen de regels kan ‘lezen’, om ooggebaren, lichaamshouding en dictie juist te combineren en juist te interpreteren. Echter, het gaat niet lang meer duren, zorgrobot Alice is hier een mooi voorbeeld van. Dus ja we kunnen weg.
Echter, hoe meer gedigitaliseerd wordt, hoe meer behoefte is aan echte contacten. Je wordt er bijkans mee doodgegooid: echt contact, van mens tot mens. Verbinding is ook zo’n modewoord en dan wordt niet de digitale verbinding bedoeld, nee de verbinding van mens tot mens. Hoezeer deze termen ook tot clichés verwoorden zijn, duidelijk is wel dat er een dringende behoefte uitspreekt. Een behoefte aan compensatie van digitale verbinding, die zich verwoord in een analoge verbinding. Respondenten vinden het heerlijk om een luisterend oor te vinden. En ja, daar komen wij, kwalitatieve interviewers, toch weer om de hoek: wij weten alles van verbinden en contact. Misschien dat in de toekomst een computer dezelfde diepgang kan bereiken als interviewers, toch blijft er behoefte aan menselijke contact bestaan. Ik voorspel dat over 10 jaar het vinden van respondenten voor kwalitatief onderzoek een stuk makkelijker wordt. Dus nee, we kunnen niet gemist worden.
Zeker in bepaalde marktonderzoek domeinen waar het niet alleen gaat om consumeren, maar ook om welzijn en welbevinden zoals de zorg en het onderwijs is verbinding en inzicht in onderliggende behoeften en wensen noodzakelijk en nodig. Meer lezen hierover: zie mijn boek Beyond The Pill.
- Posted by Lidwien van de Ven
- On 1 mei 2017
2 Comments